Je bekijkt nu De opschepper

De opschepper

Ik loop hoog in de bergen en ben niet heel ver van de top. Het is mooi, maar ook zwaar. Ik ben moe en ik vraag me af of ik het ga redden. Dan zie ik T. Hij komt over als een professionele bergbeklimmer en vertelt dat hij zojuist met zijn zoontje de pas over is gegaan. Hij ziet er relaxed uit, loopt zelfs in zijn colbertje ondanks de kou en het geeft me hoop hem te zien en horen. Dat kan ik ook! Hij geeft mij een schepje mee. Het laatste stukje naar de top is steil en glibberig en ik weet dat T. mij nakijkt. Het voelt behoorlijk ongemakkelijk en ik zwabber af en toe, toch ben ik opeens vol overtuiging dat ik het kan halen. Vlak voor het wakker worden bereik ik de top...

Verbaasd word ik wakker. T is in mijn dagelijkse leven en bewustzijn misschien wel één van de laatsten van wie ik zou verwachten dat hij mij tot hulp zou zijn. Zoals ik het zie zou het woord ‘glibberig’ in de droom over hem kunnen gaan; hij praat veel over zichzelf en heeft in mijn beleving een iets te sterke neiging tot opscheppen..

 

Deze droom speelt op het moment dat ik mijn website aan het maken ben. Tijdens het schrijven merk ik steeds dat ik mij kleiner wil houden, het werken met dromen wel onder de aandacht wil brengen, maar vooral wil laten merken dat ik ook héél ervaren ben met de meer conventionele aanpakken en methoden. Wat erachter ligt is dat, ondanks mijn liefde en grote vertrouwen in het werken met dromen, in mij toch steeds gedachten komen als ‘komt dat niet zweverig over in organisaties?’ en ‘nemen ze me dan nog wel serieus?’

 

Terug naar T. In het dagelijks leven trekt hij zich nergens iets van aan, doet waar hij zin in heeft en maakt zich bepaald niet kleiner. Bovendien geeft hij mij een schep, iets waar je mee kunt ‘opscheppen’. Als ik de droom nog eens in gedachten langs laat komen, besef ik wat ik te doen heb. Weg met de belemmerende beelden en meer uitgaan van wat ik weet en kan. Dat is de kwaliteit die onder ‘opscheppen’ ligt: het meer mijn ruimte hiervoor nemen en vanuit trots over mijn werk met dromen praten. Dat zal best als een glibberige weg voelen, maar brengt me wel bij de top!

En een mooie bijvangst: terwijl dit tot mij doordringt, voel ik mij meteen milder worden naar T. Hij vertegenwoordigt een deel in mij dat ik eigenlijk niet in mijzelf wil kennen.

 

(Schaduw)figuren

In zijn boek ‘De nachtelijke reis’ schrijft Bas Klinkhamer over schaduwfiguren. Dit zijn figuren in je droom die vaak staan voor delen in jezelf die je, bewust of onbewust, niet wilt zien. Dat maakt het soms lastig te accepteren dat de droom over een deel van jou gaat. Zo kan een vriendelijke, aardige ‘knuffelaar’ in zijn dromen een dictator tegenkomen. Of kom ik T. tegen..  Maar ook heksen, criminelen, vage types of luiwammesen kunnen zomaar verschijnen. Natuurlijk is het niet het idee dat je crimineel of heks wordt, wel is het vaak zo dat je de energie die in zo’n figuur zit goed kunt gebruiken in je dagelijks leven. Andersom kunnen juist droomfiguren in je droom bestaan die zich veel vrijer of krachtiger gedragen dan je zelf ooit zou doen. Het mooie is: of zich nu schaduwfiguren of figuren met grote kwaliteiten aandienen, ze nodigen je altijd weer ergens toe uit. Leuk dus om eens te verkennen hoe dit bij jou zit!