De periode rond Kerst en Oud en Nieuw is van oudsher een tijd voor bezinning en aandacht voor dromen. Er wordt wel gezegd, dat dromen in de zes nachten voorafgaand aan Oud en Nieuw gaan over wat je achterlaat en de zes nachten daarna gaan over wat belangrijk voor je is. Oudejaarsnacht wordt hierbij gezien als kantelpunt. Zo ontstaan drie fasen: het oude achterlaten, het mogelijke kantelpunt en het potentieel voor het nieuwe jaar. Aan de hand van een droom gaan we dieper op deze fasen in.
Ik loop de hal van een kantoorgebouw binnen. Achter de balie zit een vrouw met blond haar in een paardenstaart. Zij vraagt mij om haar hoofd doormidden te hakken. Dat lijkt mij vreselijk, maar ik doe het: met een mes snijd ik haar halve hoofd er af. Het bloedt niet. Op dat moment weet ik: nu ga ik de gevangenis in, ze komen me halen. Dit duurt nog even.. Dan – als in een film – komen mannen in uniformen, en ook in burger zo lijkt het, van alle kanten op mij af. Ik ben gevangen.
Onontkoombaar
Zo begint een droom die ik twee jaar geleden had op oudejaarsnacht. Deze droom voelde bij het wakker worden zo levensecht dat ik tijd nodig had om te beseffen dat het om een droom ging. Vooral de volledige onontkoombaarheid die door alle beelden heen sprak bleef mij bij. Onontkoombaar dat ik het hoofd moest doorhakken: het lijkt mij ‘vreselijk’, ik vrees het, toch doe ik het. En onontkoombaar dat ik vervolgens de gevangenis in ga.
Fase 1: het oude achterlaten
We kennen allemaal gedrag dat we onszelf vroeger hebben aangeleerd, maar ons niet meer dient. In mijn geval het teveel aan dienstbaar en vriendelijk willen zijn. Zoals de service-gerichte dame achter de balie in de droom. Dat is hoe ik ‘op het eerste gezicht’ ben, de kant die ik graag aan de buitenwereld toon. De keerzijde is, dat als ik langere tijd mijn ware ik niet toon, ik ook degene ben die ‘het mes hanteert’. Dan schiet er zomaar een vileine opmerking of een nét wat te scherpe grap uit. Alsof ik twee gezichten heb. Door de jaren heen herken ik dit patroon steeds eerder en besef ik dat het ten koste gaat van trouw blijven aan mezelf. De droom laat mij zien, dat het tijd is om dit oude gedrag achter mij te laten. Én dat dat iets van mij vraagt; dat ik actief kan breken met de helft die mij niet meer dient. Hoe indringend en rigoureus dit beeld ook is, inmiddels ‘vloeit er geen bloed’ meer.
De context
De droom speelt zich niet voor niets in een kantoorgebouw af. In het jaar dat ik achter mij liet ontstond een groot verlangen om met mijn dromenwerk de wereld in te gaan. Omdat ik vermoedde dat dit in de zakelijke omgeving waar ik werk met scepsis zou worden bekeken, hield ik mij hierin terug. Kortom, door via de bril van de buitenwereld naar mijzelf te kijken en ‘dienstbaar’ te blijven aan dit beeld, hield ik mijzelf gevangen op de plek waar ik eigenlijk vandaan wilde.
Fase 2: het kantelpunt
De droom gaat verder:
Eenmaal in de gevangenis, een mooi oud pand midden in de stad, laat het hoofd van de gevangenis mij lang wachten in de hal. Ik besef dat ik gewoon weg zou kunnen gaan.
Deze droomscène laat een kantelpunt zien. Ik zit gevangen. Het ‘hoofd’ (mijn gedachten) laat mij daar lang zitten. De droom toont mij, dat ik mijzelf gevangenhoud en uit deze gedachtencirkel kan stappen. Ik kan immers gewoon weggaan. Dit lijkt makkelijk, maar het kantelpunt is ook vaak het stuk waar je je wat onthand voelt. Het oude laat je achter, maar hoe doe je het nieuwe? Het wachten in de gevangenis biedt tijd voor reflectie. Precies waar de periode rond oud en nieuw zo geschikt voor is.
Heling en integratie
Dan word ik opgehaald en zijn we met een grote groep gevangenen. Aangekomen in een ruime zaal met een glazen wand laten begeleiders ons rituelen doen. Een soort Nieuw-Zeelandse haka, maar dan liefdevol, met lichte beweging. Plotseling komt van de andere kant van het raam, over het oude binnenplein, een andere groep gevangenen aan. Het is indrukwekkend en het ontroert mij zoals zij in rijen opgesteld voor ons raam gaan staan. Er gaat grote rust van uit. Zelf vormen wij ook rijen achter elkaar. Beide groepen kijken elkaar diep in de ogen en maken tegelijk een hele diepe buiging. Zo blijven de twee groepen staan, gebogen voor elkaar. Het voelt als een eenheid.
Fase 3: mogelijkheden voor het nieuwe jaar. Zo binnen – zo buiten
Dit derde deel van de droom richt zich op de mogelijkheden in het nieuwe jaar. Daar waar mijn innerlijke stem, mijn binnenwereld gescheiden was van het deel in mij dat zich bezig houdt met (verwachtingen uit) de buitenwereld – en hierdoor als gevangen voelde – laat de droom zien dat integratie tussen deze twee mogelijk is. Dit vraagt om een diepe buiging, waarbij ik letterlijk mijn hoofd ondergeschikt maak aan mijn hart. Zo kan ik vanuit mijn hart – net als in de droom – vol oogcontact met de buitenwereld maken. Het onderscheid valt weg, waardoor het kan stromen tussen mij en de ander. Dat de haka – een krijgersdans – ook liefdevol is lijkt dit te onderschrijven.
In de droom volgt een gevoel van eenheid. Inmiddels weet ik dat ik door mijn ‘te dienstbare kant’ te laten varen, ik heel en congruent word en zo écht dienend kan zijn. Zo binnen, zo buiten. In het nieuwe jaar dat volgde heb ik mijn website met dromenwerk in de wereld gezet.
December, een tijd van verstilling
Al met al is december een maand voor verstilling die de mogelijkheid biedt tot ommekeer. Met name de nachten rond oud en nieuw nodigen ons uit om extra aandacht aan onze dromen te besteden. Dit begint al in de dag, door rust in te bouwen. Voor het slapen gaan kun je de aandacht richten op het onthouden van een droom. En als je zorgt dat een schriftje naast het bed ligt, dan kun je direct opschrijven wat je je nog kunt herinneren! Wij wensen jullie fijne feestdagen, mooie ‘grote’ dromen en alle goeds voor het nieuwe jaar!